maandag 7 augustus 2017

Buurtburgemeester op de Henri Dunant

Laat ik allereerst de titel enigszins toelichten. Henri Dunant is niet alleen de naam van de persoon die het Rode Kruis heeft opgericht, maar ook van een boot van het Rode Kruis die vakanties voor hulpbehoevenden verzorgt. Die boot vaart met de inzet van veel vrijwilligers. Ik ging afgelopen juli voor de zesde keer een week mee. Ik geef me altijd op voor alle taken waar ik me geschikt voor acht. Zorgtaken vallen dus af. Ik zie mezelf niet een blote bejaarde medemens wassen. Tot nu toe heb ik twee keer de afwaskeuken gedaan, twee keer de toilet- en was diensten en twee keer de bar- en receptie diensten gedaan. Alle reizen waren erg leuk. Niet alleen door het contact met sommige gasten maar ook door de leuke sfeer onder de grote groep vrijwilligers. Veel mensen werken 5 dagen lang 14 uur per dag zich behoorlijk uit de naad om de veelal oudere en zieke gasten en hun mantelzorgers even te verwennen en niet teveel te laten denken aan het ziek-zijn. Soms gaan er echter ook vrijwilligers mee die een ander beeld hebben. Afgelopen reis verliet een medewerkster toilet- en was diensten na 1 dag de boot weer omdat ze zich toch iets anders had voorgesteld van het vrijwilligerswerk. Ze had verwacht een leidinggevende rol in het restaurant te krijgen maar moest in plaats daarvan drie keer per dag de toiletten poetsen. Dat deed ze thuis ook nooit, dus daar had ze hier ook geen zin in. Het had tot gevolg dat andere vrijwilligers haar taak erbij moesten nemen en nog vermoeider raakten. Gelukkig kon onze groep dat goed aan.
          Het voorval doet me onbewust denken aan de term buurtburgemeester die in mijn vrienden en familiekring wel wordt gebezigd voor sommige vrijwilligers. Mensen willen soms graag status ontlenen aan hun vrijwilligerswerk. Het zijn  is dan belangrijker dan het doen. Menigeen vertelt natuurlijk liever thuis dat ze leiding heeft gegeven in het restaurant dan dat ze een week lang toiletjuffrouw was. Veel leidinggevenden voelen zich verheven boven anderen. Sinds ik zelf meer vrijwilligerswerk ben gaan doen heb ik veel meer belangstelling voor dit soort processen. Het valt ook samen met mijn meer recente interesse in psychologie die zijn terug te voeren op ervaringen in mijn familie. Ik denk dat tenminste 50% van de vrijwilligers zijn motivatie primair uit het status aspect haalt. Dat zijn de echte buurtburgemeesters. Die commanderen ook vaak graag. Ze vertellen ook graag over wat ze zijn. Dat ze in het bestuur zitten. Je kan je motivatie echter ook halen uit wat je voor anderen betekent. Dan is de motivatie voor het vrijwilligerswerk gelegen in de zingeving van het bestaan. Dan geniet je omdat je anderen ziet genieten. Ooit hielp iemand bij de Zukertort jeugdafdeling ondanks een erg drukke baan met veel verantwoordelijkheid (status!). Ze was er bijna altijd en niet te beroerd om een tandje extra bij te zetten toen haar kinderen al gestopt waren met schaken maar de behoefte aan hulp hoog was. Ik vond haar een prachtig voorbeeld van zo'n andere motivatie. Ze was nooit prominent aanwezig maar wel duidelijk op de achtergrond sturend en erg betrokken. Toen ik haar vroeg waarom ze zoveel vrijwilligerswerk deed antwoordde ze 'dat ze geleerd had dat ze zelf eigenlijk maar zo weinig nodig heeft'. Het sprak me erg aan. Zulke mensen kom ik ook vaak tegen op de Henri Dunant. Vaak is daar overigens een christelijke moraal een deel van de motivatie.
          Natuurlijk kun je dit nooit zo zwart wit zien en is de motivatie voor vrijwilligerswerk vaak gelegen in zowel status als zingeving, waarbij de balans voor iedereen anders ligt. Ik moet bekennen dat ik me ook niet los kan maken van het statusaspect. Ik ben ook maar een mens met een ego. Ik ga dus niet ondertekenen met Michiel de afwashulp.

Michiel Harmsen
Voorzitter Zukertort Amstelveen

vrijdag 17 februari 2017

Vrijwilligerswerk

Ik maak maar weer eens tijd voor een blog. Twee jaar na de vorige blog.....
          Ik kom erop omdat Suman, de moeder van een jeugdlid, bezig is een jeugdwebsite te bouwen en vroeg of deze blog ook overgezet moest worden. Ze had de blogs gelezen. Leuk om te horen dat iemand ze leest. Suman stopt momenteel veel tijd in het maken van deze website. Ze doet dit als vrijwilligster. Ik vind het zelf erg leuk om een vereniging te laten draaien op basis van vrijwilligerswerk. Die vormen het hart van de vereniging. Gelukkig heeft Zukertort een goede basis van vrijwilligers. Sommige doen dit werk al ongelofelijk lang en mogen wat mij betreft een lintje. Toch is op sommige momenten en plekken het vinden van vrijwilligers moeilijk. Bij de jeugd hebben we weliswaar de afgelopen jaren een erg goede inhaalslag gemaakt met ouder participatie, maar het vinden van voldoende goed geschoolde trainers is nog steeds een knelpunt en beperkt verdere groei van onze jeugdafdeling.
          Vandaag stond in de Volkskrant een artikel over vrijwilligerswerk. De aanleiding was een voetbalclub in Bladel die in diskrediet was geraakt omdat ze jeugdleden verplichtten om 25 lootjes van 1 euro te verkopen voor de jaarlijkse loterij. Vier jeugdleden hadden onvoldoende lootjes verkocht en hun ouders weigerden het bedrag aan te vullen tot 25 euro. Deze leden zijn geroyeerd. Het bestuur kreeg een storm van kritiek over zich heen. Het verdedigde zich door te zeggen dat de inkomsten van de loterij essentieel zijn voor een gezonde financiële balans van de club en dat de contributie zonder loterij met 25 euro per jaar omhoog moest. Nederland blijkt een land te zijn dat wereldwijd voorop loopt qua vrijwilligerswerk. Traditioneel deed men dit veel in het verenigingsleven. Dit staat echter onder druk door de toenemende vraag van de overheid om vrijwilligers voor zorgtaken (mantelzorg). Dit gaat ten koste van de vrijwillige bijdrage aan het verenigingsleven. Je ziet dan ook dat veel verenigingen er toe over gaan om bepaalde taken als betaalde dienst aan te bieden. Dat zijn bijvoorbeeld de bardiensten bij de voetbalclub. Ook zijn er veel verenigingen die kortingen op contributies geven bij het doen van vrijwilligerswerk. Sommige schaakclubs zetten betaalde trainers in bij de jeugd. Dat is niet alleen vanwege het tekort aan vrijwilligers maar ook omdat dit de kwaliteit van de trainingen ten goede komt. Momenteel doen wij dit bij Zukertort slechts zeer beperkt, voor toptrainingen bij de jeugd. Ik vind dit een moeilijke kwestie. Het is binnen het bestuur al veel besproken en levert vaak emotioneel beladen discussies op. Sommige clubs noemen de overgang van vrijwilligerswerk naar betaald werk een professionalisering van de sport. Anderzijds vind ik het niet in overeenstemming met de cultuur van een vereniging. Een vereniging is geen bedrijf. Zie hiervoor mijn eerdere blog Wat is een Schaakvereniging?. 
          Ik heb vandaag weer een paar uurtjes vrijgemaakt voor Zukertort. Ik ga zo de partij van Sumans dochter, die in mijn trainingsgroepje zit, bekijken om haar feedback te geven. Zo krijgt Suman toch wat terug. Niet dat we elkaar precies zo moeten afrekenen, integendeel. Maar het is gevoelsmatig wel fijn als er enige wederkerigheid in dit vrijwilligerswerk zit. Bovendien is het trainen van gemotiveerde kinderen ook gewoon leuk! Andere taken zijn:
  1. Het beantwoorden van een serie mails, waaronder een verontrustende mail over een vrijwilliger die een taak heeft neergelegd.
  2. Het maken van een handleiding instellen van digitale schaakklokken, mede omdat we nu 20 DGT3000 klokken hebben gekocht.
  3. Nog 10 DGT3000 klokken uit hun verpakking halen en van batterijen voorzien.
  4. Het maken van diverse teksten voor de jeugdwebsite:
    • Een lijstje van benodigde vrijwilligers
    • Een vernieuwd logo
    • Een lijstje van trainers
    • Een lijstje van jeugdbestuur
  5. De secretaris feedback geven op zijn notulen van de jeugdcommissie vergadering.
Reden genoeg om nu met deze blog nu te stoppen. Ik ben wel van plan de volgende binnen 2 jaar te schrijven.....


vrijdag 13 februari 2015

Wat is een schaakvereniging?

Misschien een rare vraag: wat is van een schaakvereniging? Op het eerste gezicht lijkt een eenvoudig antwoord mogelijk. Bijvoorbeeld een verzameling mensen die georganiseerd en regelmatig samen schaken. Toch wil ik er wat dieper op ingaan. Ik ben door dit vraagstuk geïnteresseerd geraakt door een filmpje van de KNVB genaamd Back to Basics over wat een voetbalvereniging nou eigenlijk is. Een erg leerzaam en leuk filmpje. Kijken! Het bevat veel zaken die ik ook bij Zukertort herken:
  • Het is moeilijk om genoeg vrijwilligers te vinden.
  • De algemene ledenvergadering wordt slecht bezocht.
  • Leden vragen nu veel meer dan vroeger wat een vereniging voor hun kan doen i.p.v. wat ze voor de vereniging kunnen doen.
  • Het bestuur is eigenlijk alleen maar bezig is met de lopende zaken op orde houden. Ze bekommeren zich of er genoeg schaakborden, teamleiders, gediplomeerde scheidsrechters zijn, dat de financiën op orde zijn.
Op het einde wordt in dit filmpje een pleidooi gehouden voor het aspect cultuur op een vereniging. Dat de cultuur eigenlijk hetgene is waar het om draait. Dat een vereniging draait om mensen verenigen.
       Recent heeft Henk van den Berg het rapport Schaakverenigingen in beweging geschreven. Het gaat over ledenverloop en ledenbehoud. Hier geeft hij de volgende definitie: Schaakverenigingen zijn maatschappelijke organisaties waarin mensen ‘met elkaar en voor elkaar’ aan een doel werken. Organisaties met een non-profit karakter, geleid en draaiende gehouden door vrijwilligers. Hier zit dat aspect cultuur in het stukje met elkaar en voor elkaar.
       Je kunt niet spreken van de cultuur van de schaakclub. Iedere club heeft zijn eigen cultuur. Zukertort Amstelveen is een sterke amateurclub met relatief veel jonge ambitieuze schakers. We hebben een aantal jaren hoofdklasse gespeeld, maar spelen nu 1e klasse. Veel 1e team spelers hopen ooit weer hoofdklasse te spelen. We hebben relatief veel leden die alleen externe competitie spelen. Bij de interne competitie is het doorgaans muisstil om de concentratie niet te verstoren. Als mensen luid praten worden ze aangemaand tot stilte. Sommige avonden van de interne competitie zijn tegenwoordig weinig bezocht. Mensen hebben vaak andere dingen te doen. Ik vond dit eigenlijk altijd normaal. Totdat ik drie jaar geleden eens tien partijen in de interne competitie meespeelde bij de schaakclub in mijn woonplaats, Weesp. Ik was erg verbaasd over de andere cultuur van deze club. Hier kwam gewoon iedereen iedere avond schaken, als hij geen andere verplichtingen had. Geen zin was nooit een argument. De avond begon met gezellig gepraat. Ik werd ook altijd hartelijk ontvangen. Vele mensen maakten een praatje met me, gewoon uit een soort gastvrijheid. De partijen waren om een uur of tien vaak wel ten einde. Dan ontstond er ook een geruis aan pratende mensen. Niemand maant tot stilte, geruis is hier geaccepteerd. De externe competitie is veel minder belangrijk. Ze hebben één team dat 2e klasse SGA speelt. Het is soms moeilijk dit team te vullen. Als er iemand ziek is of er een andere bijzondere gebeurtenis heeft plaatsgevonden dan wordt daar aandacht aan besteed. Het wordt op de clubavond plenair genoemd. Er wordt persoonlijk een bloemetje thuisgebracht. Ik denk dat het aspect cultuur bij de schaakclub Weesp goed is ontwikkeld en erg verschilt van Zukertort. Een andere, bijzondere, club die ik in dit verband nog wil noemen is SOPSWEPS. Die naam staat voor Samen Op Pad Spelen Wij een Potje Schaak, en zegt al veel. De belangrijkste zin uit de statuten is: De vereniging heeft ten doel het samen op pad zijn, zulks in de ruimste zin des woords. Zij tracht dit doel te bereiken door het spelen van potjes schaak bij andere verenigingen. Men speelt alleen externe competitie bij andere clubs en heeft dus geen eigen clubgebouw. Men komt dan als hele club mee naar die wedstrijden, voorzien van T-shirt met rugnummer, want het doel is samen op pad zijn. Het spelletje zelf is slechts middel.
      Ooit heb ik wel eens gedacht, waar ben ik nou mee bezig? Mooie houten poppetjes op een vierkant bordje verplaatsen tot je een ons weegt. Uren studeren om dit handiger te doen dan je tegenstander om daarna te pronken met je nieuwe rating. Voor mij is de laatste 10-15 jaar het belang van die schaakclub ook wel veranderd en zijn andere dingen belangrijker geworden. Het autoritje samen met Nico van en naar de club, waarbij we veel praten en de week doornemen. Het toernooi in Bad Wiessee, samen met Olav, Harold, en recent ook Jan, die ik pas echt heb leren kennen doordat we rondom dit toernooi veel meer tijd hadden met elkaar op te trekken. Misschien dat het toernooi in Riga dat voor andere clubleden ook een beetje is. Een schaakvereniging is met name samen zuurkool maken en eten na een externe wedstrijd, Dirk die zaterdag langskomt op de club om uitgebreid de krant te gaan lezen, Olav die vrijdagavond na een lange werkweek even een pilsje pakt aan de bar om te praten met Roger, Edwin die enthusiast de zaal binnenrijdt nadat hij lang heeft moeten wachten op zijn taxi en zegt "hehe, daar ben ik dan eindelijk, wil je mijn gedichten lezen?". Natuurlijk wil ik dat dan, want dat is waar het om gaat.

Michiel Harmsen

vrijdag 21 november 2014

Ambitie

Er is mij eens gesuggereerd dat ik als voorzitter van een schaakclub, en wellicht ook het hele bestuur, ambitie zou moeten uitstralen en stimuleren. Ik wil daarom hier ingaan op dit onderwerp. Iedereen zal ambitie allereerst associëren met werk. Maar ook in de sport past het wel. Van alle zaken die van mij verwacht worden vind ik het stimuleren en uitstralen van ambitie een van de moeilijkere. Dat ligt volgens mij niet aan mijn gebrek aan kennis over het onderwerp maar meer aan mijn aard. Ik heb al eerder nagedacht over ambitie. Laat ik eerst het begrip goed definiëren. Er zijn verschillende definities in omloop van ambitie:

1.       Streven om een betere positie te krijgen.
2.       Verlangen om hogerop te komen.
3.       Ernaar streven hogerop te komen in de organisatie; gedrag vertonen dat erop is gericht carrière te maken en succes te boeken. Zich moeite geven zichzelf te ontwikkelen om dit te bereiken.
4.      Eerliefde, eerzucht, eergierigheid, eergevoel, trots. Ambitieus, eerlievend, eerzuchtig, eergierig, opgeblazen. Ambitioneren, met eerzucht trachten te verkrijgen, de grootste eer ergens in stellen.
5.       Is veeleisend ten aanzien van de doelen die hij/zij aan zichzelf stelt. Wil continu het beste uit zichzelf halen.

De laatste definitie spreekt mij het meeste aan. Het is een definitie waarbij je innerlijke bevrediging haalt uit behaalde doelen ongeacht het oordeel van de gemeenschap. Ik vind het wat minder patserig en protserig. Er schuilt wel het gevaar in dat de persoonlijke doelen onzinnig of zelfs ondeugdzaam zijn. Je zou het dan ambitieus kunnen noemen als iemand zich ten doel stelt iedere dag 5 personen te beroven. Ik wil aan deze definitie dan ook toevoegen dat het doel deugdzaam moet zijn. Deugdzaam ga ik verder niet definiëren omdat ik anders bezig blijf, als een soort Droste effect. Volgens deze aangepaste definitie wil ik ambitie dan ook als een positieve eigenschap beschouwen. 
Tegenwoordig wordt het personeelsmanagement vaak gedaan op basis van competenties. Die competenties worden dan op functioneringsgesprekken tussen leidinggevende en werknemer besproken. Ambitie is ook zo’n competentie. Sommige competenties, zoals cijfervaardigheid, zijn goed ontwikkelbaar. Als je maar veel oefent dan leer je het wel. Niet iedereen zal het uiteindelijk even goed kunnen want er is ook enig talent voor nodig. Maar toch zal iedereen aanvankelijk baat hebben bij oefenen. Ik denk dat schaken  zo ook een ontwikkelbare competentie is. Andere competenties zijn moeilijker ontwikkelbaar. Die heb je of heb je niet. Ambitie hoort daarbij. Sommigen hebben het gewoon en anderen niet. Het beperkt de mogelijkheden om ambitie op onze schaakclub te stimuleren. Veel clubleden verschillen ook in de doelen die ze zichzelf stellen. Laat ik een aantal voorbeelden noemen, beginnend bij mijzelf.
Op mijn werk – ik ben wetenschappelijk onderzoeker – heb ik eigenlijk nooit carrière gemaakt. Ik heb mij nooit bekommerd om mijn salarisschaal of machtspositie. Ooit zei een baas tegen me dat ik maar projectleider moest worden omdat ik niet altijd post-doc kon blijven. Ik moest mij verder ontwikkelen. Ik heb niet geprotesteerd en werd dus projectleider. Ik heb mij wel altijd wel serieus bezig gehouden met de inhoud van mijn vak en dus ook wel wat gepubliceerd. Toch word ik al jaren door menigeen als niet-ambitieus aangemerkt. Ook op het jaarlijkse functioneringsgesprek oormerkte mijn baas mij ooit als weinig ambitieus. Op de vraag waar ik over 5 jaar wilde zijn antwoordde ik dat ik eigenlijk hetzelfde werk wilde blijven doen. Ook dat werd gezien als weinig ambitieus. Ik begreep dat niet, want ik kreeg al jaren een goede beoordeling, dus ik waarom zou ik niet verder willen gaan met goed werk afleveren? Ik probeer ook collega’s te helpen zonder hier direct tegendiensten voor te vragen of dit rond te bazuinen. Is dat weinig ambitieus? Ik vind van niet. Ik help zo de organisatie. Dezelfde baas die mij projectleider maakte zei me ooit dat ze van anderen hoorde dat ik hen zo goed had geholpen. Dat vond ik leuk. Dat was genoeg beloning.
Ik denk dat ik op de schaakclub eenzelfde houding aanneem. Toen Henk me vroeg om voorzitter te worden heb ik eerst twee maanden nagedacht voordat ik ja zei. Ik realiseerde me dat ik nooit meer een ècht goede schaker zou worden en dat ik nu ook op de club veel afgeleid zou worden tijdens mijn partijen, waardoor mijn schaak-nivo eerder omlaag dan omhoog zou gaan. Maar ik bedacht me ook dat ik daar geen ambities meer in had. De interne competitie is voor mij tijdverdrijf. De punten kunnen me eigenlijk gestolen worden. Alleen voor de externe competitie heb ik nog genoeg persoonlijke prestatiegerichte ambitie. Ik wil daarentegen meer energie steken in het anderen mogelijk maken om schaakprestaties te leveren en plezier te hebben op de club. Daar heb ik nu meer ambitie in. Ik probeer te doen wat nodig is om Zukertort als club verder te ontwikkelen. Het afgelopen jaar was ik daarom met name veel bezig met de jeugdafdeling. Volgend jaar ga ik 4 uur per week minder werken, zodat ik meer tijd voor vrijwilligerswerk over houd. Is dat niet ambitieus?
Ik denk overigens dat mijn ambitie veel overeenkomt met die van mijn vader, die als wetenschapper ook nooit ècht carrière heeft gemaakt. Ook hij was meer bezig met gewoon serieus zijn werk doen zonder zichzelf overmatig op te blazen om collega’s maar te passeren. Hij hield ook niet van spelletjes. Ik geloof niet dat hij winnen belangrijk vond. Hij was wel jarenlang voorzitter van een watersportvereniging. Ik denk dat ik door genen of voorbeeldgedrag veel van hem heb overgenomen. Narcisme is ons vreemd.
Matthew Tan heeft op schaakgebied een andere ambitie. Matthew is Internationaal Meester, dus schaakambitie - en talent - heeft hij in ieder geval gehad en waarschijnlijk nog steeds. Toch speelt Matthew nu niet in ons 1e team, maar is samen met Lody teamleider van het 2e team. Hij heeft me wel eens gezegd dat hij hiervoor kiest omdat hij in dit team veel talent ziet dat hij graag wil coachen naar een hoger nivo en omdat hij promotie-kansen voor dit team ziet. Ik denk dat Matthew op de schaakclub ook verschillende doelen nastreeft, die zowel te maken hebben met schaakprestaties van hemzelf als het team en met gezelligheid. Het organiseren van een gezellige ‘straftraining’ voor het 2e team getuigt hiervan (zie verslag A2 2e ronde KNSB).
Een ander clublid met een ambivalente ambitie is Henk Boot. Ik vind Henk op schaakgebied ambitieuzer dan mijzelf. Hij kan kleurrijk en met zichtbaar genot vertellen over zijn overwinningen. Toch speelde hij de afgelopen jaren vaak in het vijfde team, om dit team verder te helpen. Hier had hij dus ook ambitie op teamnivo. En daarnaast deed en doet hij natuurlijk ontzettend veel vrijwilligerswerk voor de club en de SGA. Ook dat getuigt van ambitie.
Tenslotte, Dirk Goes, die nu geen externe competitie meer speelt. Ook dat roept bij anderen vragen op. Heeft Dirk dan geen ambitie? Ik denk het wel, maar meer voor anderen, met name Hing Ting, dan voor zichzelf. Ook houdt hij de interesse voor het schaken levend door veel te publiceren.
Ambitie kun je dus hebben op vele vlakken, zowel organisatorisch als schaaktechnisch en zowel gericht op jezelf als op anderen. Ik vermoed dat het bestuur is gevraagd is om ambitie met name op het gebied van schaakprestaties te stimuleren. Daar hebben wij wel wat aan gedaan. Er zijn schaaktrainingen voor senioren opgezet en het aantal trainers bij de jeugd is fors uitgebreid. Ik heb ook zelf een cursus schaaktrainer 1 gevolgd en ga vanavond de jeugd trainen. Mentorschap van de jeugd is ingevoerd. Voor het nivo van het 1e en 2e team hebben wij als bestuur minder gedaan. Ik zie ook niet direct hoe wij dit kunnen doen. Moeten wij een goede sponsor vinden om grootmeesters in te huren? Moeten wij mooiere bekers uitreiken voor goede schaakprestaties? Straf voor ondermaatse prestaties? Bier tijdens de partij verbieden? Verplicht uitslapen voor een KNSB wedstrijd? Ik sta open voor suggesties.

Michiel Harmsen
Voorzitter Zukertort Amstelveen

maandag 6 oktober 2014

Mijn eerste blog

Hoi allemaal,

Dit is mijn eerste blog waar ik alle leden van Zukertort Amstelveen de gelegenheid wil geven om te gaan bloggen! Ik post nu eerst even deze blog om te zien of het werkt.

Michiel Harmsen
Voorzitter Zukertort Amstelveen